ضمير الفاعل الترجمة ضمير الملكية ضمير المفعول به الفعل zijn الفعل zullen
Ik انا Mijn  Mij / me  Ben Zal
Jij - je  انت Jouw/ je  Jou / je Bent Zal/zult
U انت للتقدير  Uw U Bent Zal/zult
Hij هو Zijn Hem Is Zal
Zij / ze  هي  Haar Haar / ze Is Zal
Wij / we  نحن Ons / onze Ons Zijn Zullen
Jullie انتم Jullie Jullie Zijn Zullen
Zij / ze  هم / هن Hun Hen / ze  Zijn Zullen